De dag waarop ik Churchill tegenkwam

Na een leven lang publiceren en doceren komt Rudolf Geel met autobiografische verhalen. Hoe kwam hij daartoe? ‘ Door het eigen leven als uitgangspunt te nemen, komen gebeurtenissen en herinneringen uit je leven in een ander licht te staan. Door er verhalen van te maken voor andere ogen dan die van jezelf, krijgen ze een eigen of nieuwe waarheid. Dat geeft veel voldoening.’

In de verhalenbundel De dag waarop ik Churchill tegenkwam gaat Rudolf Geel terug naar de tijd vlak na de bevrijding maar ook naar het graf van Stefan Zweig. Hij brengt een overgrootvader tot leven die een fanatieke christen was, volgt het spoor terug van een bijzondere grootmoeder die hij nooit heeft gekend, verzint er een oom bij en voert een gesprek met zijn vader. Met elkaar bieden ze een inkijkje in Geels leven. Vrolijke belevenissen, maar ook melancholieke herinneringen aan wie hem lief waren en in de tijd verdwenen.

Rudolf Geel (1941) debuteerde in 1963 bij de Bezige Bij met de roman De magere heilige. Hierna volgden romans, verhalen- en essaybundels. Hij werkte als universitair docent Taalbeheersing en Retorica aan de UvA, promoveerde op de geschiedenis van het Nederlandse schrijfvaardigheidsonderwijs en was onder meer voorzitter van PEN Nederland en het Schrijvers in Nood Fonds van deze organisatie.

Rudolf Geel, De dag waarop ik Churchill tegenkwam – Autobiografische verhalen, ISBN 9879082947051, 128 pp, 16,95. Vanaf 16 mei te bestellen via elke boekwinkel, www. boekenroute.nl, info@schaep14.nlĀ  Zie ook (hier komt een verwijzing naar een filmpje)